image1 image2 image3 image4

waar was jij?|50 jaar (wereld) nieuws|gedrukt in de mijnstreek|WWjij.nl

Item #32: de bijna-ramp van Apollo 13

In 1970 werd het ongeluk dat aan het getal 13 kleeft nogmaals onderstreept. De vijfde bemande missie naar de maan, Apollo 13, die moest zorgen voor de derde maanlanding in het kader van het Project Apollo, kwam flink in de problemen. Door een ongeluk op - notabene ook de 13e april - kwam het leven van drie astronauten in acuut gevaar.



In 1969 werd een belangrijke mijlpaal behaald. Niet één keer, maar zelfs twéé keer werd een succesvolle maanlanding uitgevoerd. Apollo 11 en Apollo 12 brachten ieder twee mannen op de maan. Het leek routine te worden. Maar toen kwam Apollo 13.

Het ongeluk
Twee dagen na de lancering ontplofte op 13 april een zuurstoftank, waardoor de bemanning feitelijk 'schipbreuk leed in de ruimte'. Op dat moment nam gezagvoerder Jim Lovell contact op het de vluchtleiding in Houston met de historische woorden: “Okay Houston, we’ve had a problem’. Deze ontploffing vond plaats door het ventileren van de zuurstoftanks, waarbij een vonk ontstond in zuurstoftank 2. Op het moment dat de ontploffing zich voordeed, bevond Apollo 13 zich tussen de aarde en de maan.

'Nog maar één doel: levend terug'
Apollo 13 was onbestuurbaar geworden en de missie maar vooral het leven van de drie astronauten was in acuut gevaar. Zou dit ongeluk zijn gebeurd als Apollo 13 nog in een baan om de aarde zat, dan lag een directe terugkeer voor de hand, maar Apollo 13 was dichter bij de maan dan de aarde. Om direct om te keren was er niet genoeg brandstof. De crisis waar Apollo 13 en de drie astronauten in terechtkwamen hield het publiek op aarde sterk bezig. 'Nog maar één doel: levend terug', zo kopte een van de kranten die we van deze dagen bewaarden.



Niet naar, maar langs de maand
Apollo 13 was met grote snelheid onderweg naar de maan. Door vlak langs de maan te sturen zou het toestel gegrepen worden door de zwaartekracht van de maan en in een baan om de maan komen. Na een halve baan kon, door de motoren even aan te zetten, voldoende snelheid worden verkregen om ook weer aan de maan-baan te kunnen ontsnappen en terug te reizen naar de aarde. Voor de bemanning van Apollo 13 was dit de enige manier om nog een kleine kans te maken om veilig terug te komen op aarde. En dat lukte.

Terug naar de aarde
Omdat de landing op de maan niet was ingezet, was de maanlander dus nog aangekoppeld. Deze kon nu worden gebruikt om elektriciteit, water en zuurstof te leveren. Bovendien werd de motor van de maanlander (van de daaltrap) gebruikt om terug op aarde te komen. De maanlanding was echter niet langer mogelijk. De baan rond de maan lukte en de combinatie LM-CSM was weer bij de aarde teruggekomen. Pas vlak voor de landing stapte de bemanning over in de Apollo 13-capsule, die eerst weer moest worden geactiveerd. Op aarde werd in alle haast nog een hoop uitgezocht door een team technici met hulp van Ken Mattingly, die drie dagen voor de reis uit de bemanning was gehaald en die door zijn training volledig vertrouwd was met de bediening in het toestel.




De landing: gered

Op 17 april 1970 landde de capsule van Apollo 13 in de Stille Oceaan en werd opgepikt door de USS Iwo Jima. De bemanning was in redelijk goede conditie, één had last van een infectie. De angst, dat gestrande astronauten voor altijd een macaber gedenkteken zouden vormen ergens op het maanoppervlak of in een baan rond de aarde of de maan is gelukkig afgewend. Het grote publiek, dat na het inzakken van de belangstelling voor het maanprogramma gekluisterd aan radio- en televisietoestellen heeft gezeten om de belevenissen van Apollo 13 te volgen, was uiteraard opgelucht. Voor eens en altijd was duidelijk geworden dat ruimtereizen geen routine zijn ... en dat ze dat ook niet zullen worden.

Wat weet jij nog van het ongeluk van de Apollo 13? Bekijk de bewaarde kranten en reageer!



Share this:

CONVERSATION

0 reacties:

Een reactie posten